Wat kunt u zelf doen tegen de stijgende gasprijs? Word lid van een vakbond

Menno Tamminga - NRC 15 maart 2022

Het lijkt de afgelopen dagen soms wel alsof heel Nederland in een tochtende, aardgasslurpende woning van een gierige, huurdersvijandige woningcorporatie woont, zodat de extreme stijging van de gasprijzen een regelrechte aanslag is op ieders bestaanszekerheid. Zeker, deze gedupeerden zijn er. TNO-onderzoeker Peter Mulder becijferde vorig jaar dat 550.000 huishoudens in energiearmoede leven. Inmiddels is dat gestegen tot 630.000, 8 procent van alle huishoudens.

Op dat eerdere getal, de 550.000 huishoudens, is ook wel iets af te dingen, constateerde FD -columnist Mathijs Bouman vorig jaar. In het armoedecijfer zaten bijvoorbeeld ook huishoudens met een hoge energierekening die niet in een tochtig huis wonen. Misschien uitbundig energieverbruik?

Tegenover de energiearmoede staat dat ongeveer 55 procent van de huishoudens een koophuis bewoont. Daar zullen zij wel goed voor zorgen, toch? Adequaat onderhoud. Isolatie. Zonnepanelen. En dan nog iets. Als goederen, zoals gas, duurder worden, kun je ook zuiniger zijn. En je kijkt naar andere oplossingen binnen je budget: sommige aankopen laten om geld vrij te maken voor de gestegen energieprijzen. Of: extra uren werken om extra inkomen te verwerven. Een krantenwijk? De arbeidsmarkt is krap, de bordjes met ‘personeel gezocht’ op de winkelruiten spreken voor zich.

Eerst zelf handelen, dan pas steun van de overheid vragen. Of is dat te neoliberaal gedacht?

Lees ook: Loonsverhoging? Werkgevers willen niet opdraaien voor de inflatie

Maar er zijn natuurlijk ook andere oplossingen, zoals: word lid van een vakbond. De afgelopen decennia vonden steeds meer mensen dat een ouderwets idee. Iets van vroeger, van hun vader. Maar hé, kijk om je heen.

Oorlog in Europa. Iets van vroeger? Nee, nu.

Knetterende inflatie. Iets van vroeger? Nee, nu.

Angst voor olie- en gastekorten. Vroeger? Nee, nu.

De beste aanbeveling om lid van een vakbond te worden kwam afgelopen week van werkgeversvoorzitter Ingrid Thijssen. Zij verwacht een „levensgrote” kans op langdurige en hoge inflatie vanwege gestegen grondstoffenprijzen in combinatie met een recessie. Stagflatie. „Dit gaat lang en pijnlijk worden”, zei ze tegen Het Financieele Dagblad. Daar kan een vakbond zo een ledenwerfcampagne mee maken.

Afgelopen week becijferde het Centraal Planbureau (CPB) in zijn nieuwe ramingen hoe werknemers op achterstand worden gezet door inflatie en hun eigen onmacht. Een van de kengetallen in de CPB-ramingen is het aandeel van de lonen in de productie van goederen en diensten. Dat percentage heet de arbeidsinkomensquote. Hoe hoger dat percentage, hoe groter het aandeel van de „economische koek” dat werknemers naar zich toe trekken. De rest gaat naar bedrijven, die het deels uitkeren aan hun beleggers.

De arbeidsinkomensquote is dus ook een barometer van de macht van werknemers versus bedrijven. In september 2021 becijferde het CPB een arbeidsinkomensquote voor 2021 van ruim 73. Nu is dat verlaagd naar 72. Voor het lopende jaar, 2022, gaat het werknemersdeel van de koek pas echt omlaag. De eerdere raming was bijna 74, de raming nu is minder dan 71. De komende jaren verwacht het CPB geen verbetering.

De werknemers leveren in. De loonstijging blijft ver achter bij de inflatie. Hoe komt dat? Een van de oorzaken: minder vakbondsleden. In de ‘stagflatiejaren’ 1970-1979 hadden de bonden gemiddeld zo’n 1,7 miljoen leden, nu 1,5 miljoen. Toen was een op de drie werknemers lid, nu (op z’n best) een op de zes.

Waarom geen lid? Nooit serieus over nagedacht, zegt 54 procent van de niet-leden. Dat was vroeger. Maar nu?

Menno Tamminga schrijft op deze plaats elke dinsdag over ondernemingsbeleid en economie.

Deel